Er staat (c)opyright op de gedichten van Spierings, Wilbert U mag dit gedicht alleen gebruiken als u de auteursnaam en eventueel de website daarbij vermeldt.
Submit to FacebookSubmit to Google PlusSubmit to TwitterSubmit to LinkedIn
Je belt me 's middags op en zegt ik ben nu vrij,
Vraagt of ik mee wil gaan, jij alleen met mij.
Ik zeg dan, ja graag, ga ik met je mee,
Maar je kent me niet, Nee jij kent me niet.

Nee, jij kent diegene niet, die alsmaar aan jou denkt
En zich eenzaam voelt, wanneer jij er niet bent,
Want voor jou, ben ik slecht een vriend,
Ik ben nooit meer geweest, ik hou zoveel van jou,
Maar dat weet jij niet.

We lopen buiten rond en wandelen zij aan zij,
Dan kijk je mij aan en geeft je hand aan mij.
Je zegt, dat je gelukkig bent, met een vriend als mij,
Maar je kent me niet, nee jij kent me niet.

Nee, jij kent diegene niet, die dichtbij jou wil zijn,
En zielsveel om je geeft, al doet het hem soms pijn.
Want voor jou, ben ik slechts een vriend,
Ik ben nooit meer geweest, ik hou zoveel van jou,
Maar dat weet jij niet.

Nee ik, zal nooit weten, hoe echte liefde is,
oh mijn hart, klopt nog alleen, voor jou.
Valse schijn, waarom moet het zo zijn,
Bij jou zijn, is alles wat ik wou.

We gaan 's avonds uit, dansen de hele tijd,
Je kijkt me lachend aan, wanneer ik jou fout leid.
Dan blijven we even staan, je kijkt me zo lief aan,
Maar je kent me niet, `nee jij kent me niet.

Nee, jij kent diegene niet, die bijna, door jou bezwijkt,
Wanneer je hem vasthoudt en zo verlegen, naar hem kijkt.
Want voor jou, ben ik slechts een vriend,
Ik ben nooit meer geweest, ik hou zoveel van jou,
Maar dat weet jij niet.

Ik breng je laat naar huis, daar blijven we even staan,
Je zegt, ik vond het fijn, laten we vaker gaan.
Ik zeg dan, okee, ik ga altijd, met je mee,
Maar je kent me niet, nee jij kent me niet.

Nee, jij kent diegene niet, die graag voor jou klaarstaat,
En wanneer je hem nodig hebt, direct naar jou toe gaat.
Want voor jou, ben ik slechts een vriend,
Ik ben nooit meer geweest, ik hou zoveel van jou,
Maar dat weet jij niet.

Nee ik, zal nooit weten, hoe echte liefde is,
Oh mijn hart, klopt nog alleen voor jou.
Valse schijn, waarom moet het zo zijn,
Bij jou, is waar ik wil zijn.

Ik ga dan weer naar huis, het was een lange nacht,
Ik zeg je nog bedankt, dat je aan mij hebt gedacht.
Je zegt, ik deed het graag en geeft me plots een kus,
Maar je kent me niet, nee jij kent me niet.

Nee, jij kent diegene niet, die nu verdrietig weg zal gaan,
Omdat hij bij jou blijven wil, maar weet, dat het niet zal gaan,
Want voor jou, ben ik slecht een vriend,
Ik ben nooit meer geweest, ik hou zoveel van jou, ·maar dat weet jij niet.

Ik ben weer alleen thuis en denk dan weer aan jou,
Zo gaat dat iedere dag, sinds de dag, dat ik van je hou.
En ik vraag me ook af, denk jij nu ook, aan mij,
Maar je kent me niet, nee jij kent me niet.

Nee, jij kent diegene niet, die echt veel om je geeft,
En wanneer je met hem samen bent, alles voor je over heeft.
Want voor jou, ben ik slecht een vriend,
Ik ben nooit meer geweest, ik hou zoveel van jou,
Maar dat weet jij niet.

Nee ik, zal nooit weten, wat echt liefde is,
Oh mijn hart, klopt nog alleen, voor jou.
Valse schijn, waarom moet het nu zo zijn,
Ik wil enkel, alleen bij je zijn.

Je belt me s'middags op,
En zegt, ik ben nu vrij.
Vraagt, of ik mee wil gaan,
Jij alleen met mij.
Ik zeg dan, ja graag,
Ga ik met je mee.
Maar je kent me niet,
Nee, jij kent me niet.