Er staat (c)opyright op de gedichten van Theo Koot U mag dit gedicht alleen gebruiken als u de auteursnaam en eventueel de website daarbij vermeldt.
Submit to FacebookSubmit to Google PlusSubmit to TwitterSubmit to LinkedIn
Ze lag daar in het verse groene gras
ik zag haar al van verre liggen.
Ze voelde de juni zon op haar huid prikkelen,
haar stem lui en warm zoals zij was.
De bijen bleven zoemend bij haar,
haar roep was overduidelijk.
En hij, die bij haar in de buurt bleef,
deed dat heel ogenschijnlijk.
Zelfs de kaarsen van de eiken
kwamen veel te vroeg naar buiten.
Ze hielden van de zon en van haar
voor wie zij immers zo vroeg fruiten.
En in de spaarzame stiltes
die aan iedereen voorbij ging
kwam een sprinkhaan voorbij,
die zijn liefdeslied voor haar zingt.
"Oh, liefdevol, tenger liefje
je behoort mij en mijn hart."
Met zijn grote, sterke achterpoten
speelde hij een symfonie van Mozart.
Beiden genoten van de zonneschijn,
zij op het gras