'k Ben als een bloem in de vier jaargetijden.
Soms bloei ik voort, al kleurend in het Licht.
Maar als het stormt, - en wie kan dat vermijden? -
verlies ik geur, verlies ik evenwicht.
De grond waarop ik sta wacht in de kilte
van 't winterweer de lente op, in stilte
leg ik me op Gods wijdse akker neer,
vertrouw op Hem, straks komt de zomer weer